‘Ik kan slecht tegen onrecht’
Alexandra Schaap-Zoet (55) is sinds 2020 hoofdbestuurslid van de MARVER. In dit (online) interview vertelt zij over haar bestuurswerk, haar betrokkenheid bij de medezeggenschap en haar KMar-loopbaan. "Ik kan slecht tegen onrecht en doe er alles aan om zaken recht te zetten voor leden met problemen."
Fotografie: Frank Zwinkels
Wanneer & waarom werd je lid van het Hoofdbestuur?
Nadat jarenlang aan mij was gevraagd om toe te treden tot het Hoofdbestuur, besloot ik dit in 2020 daadwerkelijk te doen. De belangrijkste reden hiervoor was dat ik me wilde blijven doorontwikkelen nadat ik al jarenlang kaderlid was bij de MARVER. In 1997 werd ik kaderlid bij de toenmalige fractie Zuid-Holland-Zeeland. Door een overplaatsing in mijn werk trad ik later toe tot de fractie West, Schiphol en Kring LTC. Ik moest eerlijk gezegd even wennen aan mijn werk als hoofdbestuurslid, maar ik denk dat ik me deze functie de afgelopen jaren goed eigen heb gemaakt.
Wat zijn jouw bestuurstaken?
Ik houd me bezig met diverse portefeuilles en onderwerpen. Zo ben ik tweede secretaris/penningmeester, aanspreekpunt van het Hoofdbestuur voor de Kring LTC en zit ik namens het HB in de werkgroep Toekomst MARVER. Onderwerpen waarop ik mij verder richt zijn sociale zorg, medezeggenschap samen met collega-hoofdbestuurslid Marcel van der Stap en vicevoorzitter René Schilperoort en de communicatie van onze vereniging. Ik voel me prettig bij deze grote diversiteit aan onderwerpen. Tussen 2005 en 2020 maakte ik namens de MARVER deel uit van de Sector Marechaussee van onze zusterbond AFMP.
Wat zijn je persoonlijke drijfveren als HB-lid?
Ik kan slecht tegen onrecht en doe er alles aan om zaken recht te zetten voor leden met problemen. Dankzij mijn opgedane kennis kon ik als kaderlid en later als HB-lid meerdere collega’s ondersteunen bij zaken die zij bij onze afdeling individuele belangenbehartiging aandroegen.
Zoekt het Hoofdbestuur nog nieuwe mensen?
Jazeker! Het Hoofdbestuur én de Kringen van de MARVER zijn op zoek naar extra collega’s uit het werkveld die zich willen inzetten voor onze leden. En als je HB-lid wordt, kan ik je één ding beloven: je kunt je in deze functie persoonlijk flink blijven ontwikkelen.
Wanneer raakte je betrokken bij de medezeggenschap?
In 1990 trad ik toe tot het Onderdeels Overleg Orgaan, de voorloper van de huidige medezeggenschapscommissie. In de jaren daarna maakte ik de hele doorontwikkeling van de medezeggenschap binnen Defensie mee. Nu ben ik medewerker Overlegzaken bij het LTC. Ook regel ik de opleidingen voor MC-leden binnen de gehele KMar. Verder introduceerde ik de verkorte opleiding Besluit Medezeggenschap Defensie in Teams voor stafmedewerkers en leidinggevenden.
Kun je tot slot iets vertellen over jouw KMar-loopbaan?
In 1988 kwam ik als Kort Verband Vrijwilliger in dienst bij de voorganger van het huidige Bureau Buitengerechtelijke Taken. Na zestien jaar maakte ik de overstap naar een burgerfunctie. Omdat het een tijd was van bezuinigingen en ook vanwege mijn leeftijd kon ik geen beroeps meer worden. ‘De blauwe chip’ kunnen ze bij mij echter nooit verwijderen, zoals ik het zelf altijd zeg. Ik handel vaak nog steeds als een soort militair, maar dan zonder uniform.
Dit interview is in verkorte variant gepubliceerd op de achterpagina van de op 6 december verschenen editie van ons ledenmagazine Interventie. Deze editie kun je ook lezen via onze website en ledenapp.