In totaal bestaat de loonontwikkeling in deze cao-periode (12 maanden en 1 dag) uit 1,4% aan structureel loon (dat wat er elke maand op je loonstrook bijkomt) Daarnaast vindt er in december 2021 een éénmalige uitkering plaats van 1000 euro. Dit eenmalige bedrag is bruto en pensioengevend.
Q&A's cao 2021
De looptijd van de cao voor Defensie is vaak niet hetzelfde als bij andere sectoren. Een goed vergelijk is daarom niet altijd te maken. Als je vanaf 1 januari 2021 tot aan het eind van de looptijd van dit resultaat op 1 januari 2022 bij elkaar optelt, is de structurele loonontwikkeling bij defensie soms lager (bv. sector Rijk en het onderwijs) en soms wat hoger (sector Politie) dan bij andere sectoren.
Nee, de inflatie wordt met een loonsverhoging van 1% over 2021 niet structureel gecompenseerd. Als er naar de gemiddelde inflatie over 2021 gekeken wordt komt de inflatie tot en met september 2021 op ongeveer 1,8% uit. De inflatie bedroeg in september 2021 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 2,7%. Gelet op de actuele inflatiecijfers van het CBS en de verwachting dat de inflatie ook in de laatste maanden van 2021 rond de 2% uit zal komen, betekent dit dat u, ook met de loonsverhoging van 1 januari 2022 van 0,4%, structureel aan koopkracht inlevert.
Nee, de loonsverhoging van 1 januari 2022 maakt deel uit van de CAO van 2021. Deze datum is gekozen om een technische reden. Hij had namelijk ook op 31 december 2021 kunnen worden gezet. Dit is dus geen loonsverhoging die betaald wordt met geld uit 2022. Bij een eventueel akkoord voor de cao van 2022 kan er dus gewoon een nieuwe loonsverhoging worden afgesproken die ook in januari 2022 wordt uitbetaald.
De ingangsdatum is zo laat mogelijk in het cao-jaar neergezet om een zo hoog mogelijke éénmalige uitkering in 2021 te kunnen geven aan het defensiepersoneel. De éénmalige uitkeringen in een cao moeten namelijk gehaald worden uit de arbeidsvoorwaardenruimte (pot met geld) die defensie beschikbaar heeft voor een cao.
Een éénmalige uitkering geeft over 2021 een voordeel voor de medewerkers met een wat lager salaris ten opzichte van de mensen met wat hogere salarissen. Defensie heeft onvoldoende geld beschikbaar gesteld voor deze cao om de inflatie structureel voor iedereen te kunnen compenseren, laat staan iedereen er op vooruit te laten gaan. Door gebruik te maken van een eenmalige uitkering, komt er dit jaar meer geld terecht bij de medewerkers die dat naar de mening van de bonden onder de huidige omstandigheden harder nodig hebben.
0,4% extra structurele loonsverhoging vanaf 1 januari 2021 levert per 1000 euro maandsalaris een bedrag van (1000 x 0,4% x 12 =) 48 euro per jaar meer op dan nu het geval is. Dat betekent bij 2000 euro 92 euro, bij 3000 euro 140 euro etc. Daar staat tegenover dat als de 0,4% loonsverhoging ook op 1 januari 2021 wordt gegeven er een 350 euro lagere éénmalige uitkering mogelijk is, namelijk 650 euro in plaats van 1000 euro. In beide gevallen moet daar de inkomstenbelasting die voor de medewerker van toepassing is nog vanaf worden gehaald om te weten wat dit netto oplevert.
De salarisverhogingen en éénmalige uitkering uit deze cao werken ook door in de wachtgeld-, UKW- en FLO-uitkeringen van het gewezen defensiepersoneel.
De loonsverhoging van 1% gaat met terugwerkende kracht in vanaf 1 januari 2021. Deze wordt naar rato ook uitgekeerd aan dienstverlaters. De loonsverhoging van 0,4% gaat pas in per 1 januari 2022 en geldt daardoor niet voor mensen die de dienst in 2021 hebben verlaten met uitzondering van de groepen genoemd onder vraag 8.
Ja, de bedragen uit de TTL worden per 1 januari 2021 en 1 januari 2022 verhoogd met dezelfde percentages als het salaris. Mensen die de TTL ontvangen zien dus hun gehele inkomen (inclusief de TTL) met de genoemde percentages stijgen.
Ja, ook het defensiespecifiek minimum (jeugd-)loon wordt verhoogd met dezelfde percentages per 1 januari 2021 en 1 januari 2022.
Nee, het is niet mogelijk de loonontwikkeling door te laten werken in uitkeringen zoals de WW, WAO/WIA en BWW-uitkering als je die al ontvangt. Verhoging van bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen kan alleen plaatsvinden als dat gebeurd op basis van de regels die voor deze uitkeringen gelden. Bijvoorbeeld door de indexatie afspraken die in de regelingen staan. Voor
UGM/FLO-uitkeringen gelden andere regels. Zie vraag 8 en 19.
Nee, het pensioen kan alleen verhoogd worden als de pensioenfondsen weer kunnen indexeren. Dat kunnen sociale partners aan de overlegtafel bij Defensie niet regelen. Indexeren zal pas weer mogelijk zijn als de pensioenfondsen voldoen aan de regels voor de dekkingsgraden die hiervoor door het kabinet zijn gesteld. U kunt daarvoor het beste de berichtgeving op de website van ABP in de gaten houden.
Over de maanden voor uw pensioen (bv. UGM) ontvangt u wel een nabetaling van de loonsverhoging (1%) per 1 januari 2021. Over de pensioenmaanden telt de verhoging helaas niet door en is er geen recht op nabetaling. Ook wordt uw pensioenberekening niet verhoogd. De hoogte van uw pensioen wordt namelijk gebaseerd op de peildatum van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar dat u met pensioen gaat.
Ja, bij de vaststelling van uw pensioen wordt gekeken naar de peildatum van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar dat u met pensioen gaat. Dat betekent dat de loonmutatie van 1% van 1 januari 2021 voor u wel doorwerkt in uw pensioen als u in 2022 met pensioen gaat. Dat is niet het geval met de loonmutatie van 0,4% van 1 januari 2022. Die werkt pas door in het pensioen van de mensen die in 2023 met pensioen gaan.
Ja, volgens fiscale wetgeving moet Defensie over een éénmalige uitkering het bijzondere belastingtarief toepassen. Dat tarief is niet voor iedereen gelijk. Eventueel teveel betaalde belasting wordt door de Belastingdienst verrekend bij je jaarlijkse belastingaangifte. Het is daarom van belang jaarlijks belastingaangifte te doen. Je vakbond kan je daar vaak bij helpen als je dit zelf te lastig vindt.
Ja, maar reservisten ontvangen in de meeste gevallen een deel van die éénmalige uitkering. Zij moeten daarvoor tussen 1 januari 2021 en 30 november 2021 in werkelijke dienst zijn geweest en recht op salaris hebben gehad. Afhankelijk van de duur van de opkomst in werkelijke dienst wordt de éénmalige uitkering naar rato berekend en aan de reservist uitgekeerd.
Defensiemedewerkers die in deeltijd werken ontvangen de éénmalige uitkering naar rato van het aantal uren dat zij werken. De formule daarvoor is € 1000,- maal de deeltijdfactor over 2021.
Ja, deze eenmalige uitkering wordt tevens op de gebruikelijke wijze uitgekeerd aan het gewezen defensiepersoneel met een wachtgeld-, UKW- en FLO- uitkering.
Nee, iedereen krijgt per persoon maximaal een bedrag van 1000 euro over 2021 als éénmalige uitkering uitgekeerd. Bij meerder aanstellingsvormen en daarnaast ook nog een UGM/FLO-uitkering zal op basis van een berekening worden vastgesteld op welk bedrag aan éénmalige uitkering je recht hebt, maar die kan het maximum bedrag van 1000 euro niet overschrijden.
Los van de vraag of het noodzakelijk is om op dit moment iets aan de WWV-regeling te doen, waren daar twee redenen voor. De eerste is het feit dat door corona veel meer mensen thuis zijn gaan werken. Vanwege een gedoogconstructie van het kabinet ontvangen die nog steeds de volledige forfaitaire tegemoetkoming voor het reizen van de woning naar de werkplek. Daardoor is er een oneerlijke verdeling van het beschikbare geld voor de tegemoetkoming in de reiskosten ontstaan ten opzichte van mensen die nog wel 4 of 5 dagen moeten reizen. De tweede reden is dat Defensie door de Belastingdienst is aangesproken op de wijze waarop de WWV-regeling door de werkgever wordt uitgevoerd. Defensie wilde daarom in ieder geval een afspraak over de WWV-regeling in deze cao opnemen.
Momenteel wordt er geen onderscheid gemaakt in het aantal dagen dat er met eigen vervoer gereisd wordt voor de hoogte van de tegemoetkoming in de reiskosten die iemand ontvangt. Iemand die 70 kilometer enkele reis naar de werkplek reist en dat 1 dag in de week doet, ontvangt daarvoor een bedrag van 64 cent per kilometer, terwijl iemand die 5 dagen in de week reist daarvoor een bedrag van 13 cent per kilometer ontvangt. Door uit te gaan van een tabelvergoeding op basis van het aantal reisdagen tegen een vast bedrag per kilometer wordt het geld dat voor deze regeling beschikbaar is eerlijker over de Defensiemedewerkers verdeeld.
Defensie is er door de Belastingdienst op aangesproken dat zij bedragen aan een deel van het Defensiepersoneel uitbetaalt die hoger zijn dan het fiscale maximum van 19 cent per kilometer (zie ook het rekenvoorbeeld bij vraag 2). Defensie draagt daar momenteel geen belasting over af aan de fiscus. Vanwege de gedoogperiode door Corona heeft Defensie van de fiscus nog tijd gekregen om dit op orde te brengen. Die gedoogperiode is een aantal keren door het kabinet verlengd, maar eindigt in ieder geval op 1 januari 2022. Als er niets wordt gedaan, zal er voortaan belasting over de teveel betaalde tegemoetkomingen moeten worden betaald.
Op zich kan Defensie dit doen want ook de huidige regeling kan fiscaal juist worden uitgevoerd. Er zit namelijk geen grens aan het bedrag dat een werkgever aan zijn medewerkers mag betalen. Er zal dan vanaf 1 januari 2022 alleen wel door Defensie belasting moeten worden afgedragen als er fiscaal gezien een te hoge tegemoetkoming aan medewerkers wordt betaald. Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn als iemand in de huidige regeling 1 of dagen reist en bijvoorbeeld 3 of 4 dagen thuiswerkt, maar wel een tabel tegemoetkoming ontvangt voor 5 of 4 dagen reizen.
Het betalen van de verschuldigde belasting kan op twee manieren. De werkgever neemt de belasting zelf voor haar rekening. De individuele medewerker merkt daar dan zelf niets van. Er kan echter ook voor worden gekozen om de rekening neer te leggen bij de individuele Defensiemedewerkers zelf. De mensen die het betreft zouden dan een lagere tegemoetkoming in de reiskosten gaan ontvangen dan nu het geval is. Die kan dan overigens nog steeds hoger zijn dan 19 cent per kilometer. Op welke manier Defensie dit gaat doen als er geen CAO komt is niet bekend. Hoe dan ook gaat er in beide gevallen veel arbeidsvoorwaardengeld naar de belastingdienst.
U kunt ook bij een tabelbedrag van 16, 5 of 17,5 cent per kilometer nog steeds uitruilen via het cafetariamodel omdat u minder tegemoetkoming ontvangt dan het fiscale maximum van 19 cent per kilometer. Dat wordt door de herverdeling die in het nieuwe model zit voor veel medewerkers wel een lager bedrag dan bij de huidige tabelbedragen omdat dit nu via de WWV tegemoetkoming voor een deel al wordt ontvangen. Voor de mensen die meer dan het fiscaal maximum bedrag van 19 cent per kilometer ontvangen kan er niet worden uitgeruild. Maar dat is nu ook al het geval.
Alles uitruilen via het cafetariamodel lijkt gunstig omdat de belastingdienst dan meebetaalt aan de tegemoetkoming voor WWV. Als u gebruik maakt van de Regeling Cafetariamodel Defensie, dan verlaagt u uw belastbaar loon. U gaat daardoor minder inkomstenbelasting betalen. Dat is ook voor Defensie voordeliger omdat de werkgever dan minder werkgeverslasten hoeft te betalen. Daar zitten echter de nodige nadelen en risico’s aan:
- U krijgt niet het maximaal fiscale bedrag van 19 cent per kilometer van de fiscus uitgekeerd, maar alleen een deel daarvan. Hoeveel dat is, is afhankelijk van de belastingschaal die voor u van toepassing is.
- Het bedrag van dit belastbaar loon (uw toetsingsinkomen) en uw persoonlijke situatie bepalen of u recht heeft op inkomensafhankelijke toeslagen. Denk hierbij aan de huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag of toeslagen voor studiefinanciering.
- Als een medewerker weggaat of ontslagen wordt bij Defensie kan gebruik maken van het cafetariamodel, afhankelijk van de persoonlijke situatie van de medewerker, negatieve gevolgen hebben voor de hoogte van de aansluitende ziektewet uitkering, WW/BWW uitkering of WAO/WIA uitkering.
Om deze effecten te voorkomen zou een medewerker af moeten zien van gebruik van het cafetariamodel met als gevolg dat deze medewerker als alles via uitruil verloopt geen tegemoetkoming voor WWV heeft.
In de toekomst willen Defensie en de bonden naar een ander systeem dat rekening houdt met daadwerkelijk gereisde kilometers en daadwerkelijke kosten. De stap naar 19 cent per kilometer voor daadwerkelijk gereisde kilometers heeft een aantal effecten. De tegemoetkoming in de reiskosten zou dan namelijk ieder maand anders kunnen zijn. Als je in een maand niet reist, zou de tegemoetkoming dan een bedrag van nul euro zijn. Momenteel krijg je de vaste tegemoetkoming WWV nog doorbetaald als je bijvoorbeeld ziek wordt of op oefening bent. Dat blijft ook straks nog zo als deze wijzigingen doorgaan. Voor veel Defensie medewerkers zou een maandelijks wisselende tegemoetkoming financiele problemen kunnen opleveren, vooral voor medewerkers met een wat lager salaris. Voordat die stap kan worden gemaakt zijn er dus eerst nog andere maatregelen nodig, zoals bijvoorbeeld het invoeren van het nieuwe bezoldigingstelsel dat in de vorige CAO is afgesproken.
De huidige 94 kilometer grens blijft in de tabellen E en N (normale reissituaties) gehandhaafd. Wel lopen de bedragen straks vanaf 80 kilometer verder op tot het maximum van 94 kilometer, terwijl die in het huidige systeem vanaf 80 kilometer gelijk blijven. In de tabellen P en Q is die grens niet opgenomen.
Nee, er blijft een tabel tegemoetkoming in stand die gebaseerd wordt op je gebruikelijke reiskilometers en datgene wat als gebruikelijk werkpatroon is opgenomen in je werkrooster. Wijzigingen in dat rooster als het gaat om thuiswerken of werken op de werkplek zijn alleen mogelijk als je die zelf aanvraagt en door je commandant worden goedgekeurd. Je kan straks maximaal 1 keer per kalendermaand een verzoek voor wijziging van je werkrooster aan je commandant doen.
Nee, er is straks nog steeds sprake van een forfaitaire tegemoetkoming op basis van vastgestelde tabelbedragen. Je tegemoetkoming gaat dus niet dagelijks wijzigen. Zie ook het antwoord bij vraag 7.
Voortaan krijg je dan een tegemoetkoming die gebaseerd is op de nieuwe tabellen gebaseerd op 16,5 cent per kilometer of 17,5 cent per kilometer als je werkt op een plaats die is aangewezen als niet of moeilijk met openbaar vervoer bereikbaar. Die tegemoetkoming zal bij vier of vijf dagen reizen hoger zijn dan in de huidige tabellen het geval is.
Als je fulltime werkt en drie dagen of minder naar je werkplek reist, zal de maandelijkse tegemoetkoming voor WWV voor jou lager uitvallen dan met de huidige tabel bedragen. Voor de thuiswerkdagen ga je wel een thuiswerkvergoeding ontvangen (zie vraag 18 en volgende).
Het kabinet heeft door de coronacrisis een gedoog periode ingesteld. Ondanks dat werknemers meer thuiswerken, mogen werkgevers daardoor nog steeds de volledige forfaitaire tegemoetkoming in de reiskosten aan die werknemers uitbetalen. Zonder dat dit fiscale consequenties heeft als er daardoor meer dan 19 cent per kilometer wordt uitbetaald. Die gedoogtermijn is in 2021 een aantal malen verlengd. In de Prinsjesdagplannen voor 2022 is opgenomen dat die gedoogperiode op 1 januari 2022 stopt. De Belastingdienst staat vanaf dat moment niet meer toe dat Defensie zonder fiscale gevolgen een tegemoetkoming WWV verstrekt als de tegemoetkoming hoger is dan omgerekend 19 cent per kilometer.
Voor medewerkers die op een niet of minder goed met het openbaar vervoer bereikbare plaats hun werkplek hebben, is er geen andere mogelijkheid dan met eigen vervoer naar het werk te reizen. Er is voor die mensen dus geen keuze mogelijkheid. Reizen met openbaar vervoer is door de beschikbare reiskosten voorzieningen (OV-card) voor medewerkers goedkoper dan reizen met eigen vervoer. Omdat die keuze mogelijkheid op bepaalde locaties ontbreekt, is in een eerdere cao al afgesproken om voor die situaties een hogere kilometer bedrag te gebruiken bij het berekenen van de tegemoetkoming WWV. Het geven van een hogere kilometer vergoeding voor deze situaties wordt voorlopig nog in stand gehouden.
Nee, je ontvangt pas een tegemoetkoming in de kosten voor WWV vanaf 11 kilometer enkele reis.
De afspraken met betrekking tot het openbaar vervoer blijven ongewijzigd. Dat geldt dus ook voor de eigen bijdrage die moet worden betaald.
Nee, er is afgesproken dat er gewerkt wordt met een systeem dat uitgaat van je gebruikelijk werkpatroon dat is opgenomen in je werkrooster. Als het gaat om thuiswerken zijn wijzigingen in dat rooster alleen mogelijk als je die zelf aanvraagt en die aanvraag door je commandant wordt goedgekeurd. Je kan straks maximaal één keer per kalendermaand een verzoek voor wijziging van je werkrooster aan je commandant doen.
Nee, er is niet afgesproken om naar een systeem van vergoeding achteraf te gaan van de dagen die je daadwerkelijk thuis werkt. Zie ook het antwoord op vraag 15.
De afspraken over de pilot met de leasefiets moeten nog nader worden uitgewerkt. Zodra daar meer over bekend is zullen defensiemedewerkers die mee kunnen en willen doen aan die pilot daarover worden geïnformeerd. Omdat het een pilot betreft, kunnen dus niet alle defensiemedewerkers straks al gebruik maken van een leasefiets.
De voorwaarden waaronder de pilot moet gaan plaatsvinden moeten nog nader worden uitgewerkt. Hoe dat er precies gaat uitzien, is nog niet bekend. Medewerkers die aan de pilot mee kunnen en willen doen, zullen worden geïnformeerd zodra de voorwaarden voor deelname aan de pilot bekend zijn.
Nee, Defensie kent zo’n regeling nog niet. Bij andere sectoren is deze regeling vaak gekoppeld aan het IKB (individueel keuzebudget) dat bij ons bekend staat als het cafetariamodel. Bij Defensie zijn nog niet alle mogelijkheden opgenomen in het cafetariamodel. Vooral omdat Defensie daar de (aanloop-)kosten niet voor op kan brengen. Wel hebben wij bij Defensie een aantal andere regelingen, waarmee medewerkers verlof kunnen sparen.
In de SOD-uitkomst gaat het over de verlofspaarregeling in het kader van de mogelijkheid van het verkorten van de arbeidsduur van 38 naar 36 uur per week.
Medewerkers krijgen vakantieverlofuren toegekend op basis van het aantal uren dat zij per maand werken. Wanneer er meer verlof wordt opgebouwd dan 4 keer de gemiddelde arbeidsduur per week (standaard is 38 uur per week) kunnen op die extra uren wettelijk gezien andere regels worden toegepast. Die uren staan in de markt bekend als bovenwettelijke vakantie-uren en die mogen langer bewaard worden dan de wettelijke vakantie-uren. Alle vakantie-uren vervallen bij Defensie nu aan het einde van het jaar volgend op het jaar waarin ze zijn opgebouwd. De wet biedt echter ruimte om bovenwettelijke vakantie-uren maximaal 5 jaar te bewaren. Defensie en de bonden willen de wettelijke mogelijkheden die er zijn in de uitwerking van een nieuwe verlofspaarregeling meenemen.
Het ASD is een samenwerkingsverband van Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel. Het is een zelfstandige fonds dat wordt bestuurd door leden, die werkzaam zijn bij Defensie. Vaak in een functie die een relatie heeft met opleidingen. Daarnaast zijn er leden die benoemd zijn door de Centrales van Overheidspersoneel. Het ASD draagt bij aan activiteiten in de sector Defensie op het gebied van arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en scholingsbeleid die aanvullend zijn op wat de werkgever Defensie zelf al doet. Daarnaast wordt het ASD gebruikt om subsidies binnen te halen, die voor deze doelstellingen zowel nationaal als Europees beschikbaar worden gesteld. Goede voorbeelden daarvan zijn het sectorplan Politie/Defensie van een aantal jaren geleden en meerdere pilots/projecten, die momenteel lopen binnen defensie in het kader van diversiteit en duurzame inzetbaarheid. Meer informatie over het ASD kun je vinden op deze website.
Als gevolg van het pensioenakkoord dat door het kabinet met de vakcentrales in 2020 is gesloten, heeft het kabinet vanaf 2021 tot en met 2025 per jaar 200 miljoen euro beschikbaar gesteld voor maatwerk om duurzaam en langer doorwerken te stimuleren. Volgens het kabinet kan dit gebruikt worden voor loopbaanbegeleiding, om- en bijscholingstrajecten, deeltijdpensionering en generatiepactregelingen, etc. Fondsen zoals het ASD, kunnen hiermee trajecten financieren, zoals leervouchers, een scholingsportal of een campagne loopbaanoriëntatie. Daarnaast kan de subsidie ook aangevraagd worden voor sectoranalyses en het starten van pilots in het kader van duurzame inzetbaarheid.
Fondsen zoals het ASD spelen een belangrijke rol bij het leveren van input voor het cao-overleg. Arbeidsmarkt en scholingsfondsen beschikken vaak over arbeidsmarktinformatie en kunnen ook verschillende onderzoeken financieren, die nodig zijn om meer kennis op te halen. Nadat het pensioenakkoord was afgesloten ontstond er vraag naar informatie over medewerkers die potentieel aanspraak zouden kunnen maken op een vroegpensioenregeling. Daarom heeft het ASD met gebruikmaking van geld uit de MDIEU-subsidieregeling door Panteia binnen Defensie een sectoranalyse laten uitvoeren. De informatie die uit deze analyse is gekomen zullen zowel het ASD als Defensie en de bonden gaan gebruiken bij het tot stand brengen van de trajecten genoemd onder vraag 5 en het uitwerken van de regelingen die in de SOD-uitkomst staan.
Ja, het ASD gaat de sectoranalyse op haar website publiceren. Deze is te vinden via deze link.
In het pensioenakkoord is afgesproken dat werkgevers tijdelijk de mogelijkheid krijgen om fiscaal aantrekkelijke regelingen te treffen voor werknemers die vervroegd met pensioen willen gaan. Tot een bedrag van € 1.847 (2021) per werknemer per maand wordt deze uitkering niet gezien als een regeling voor vervroegd uittreden (RVU). Daar hoeft dan niet de RVU-boete door de werkgever over worden betaald. Dit bedrag is gelijk aan de netto AOW-uitkering voor alleenstaanden. Aan deze regeling zijn echter wel een aantal voorwaarden verbonden:
- De regeling kan gelden vanaf 1 januari 2021.De regeling mag maximaal 3 jaar voor de AOW-leeftijd ingaan.Het totale bedrag mag in een keer of in meerdere termijnen worden verstrekt.
- De hoogte van de uitkering is onafhankelijk van het oorspronkelijke inkomen, arbeidsverleden en/ of fulltime of parttime dienstverband.
- Deze mogelijkheid is tijdelijk. De uiterste datum waarop werkgevers en werknemers dit overeen kunnen komen is 31 december 2025. De laatste uitkering is uiterlijk 31 december 2028.
Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel moeten een dergelijke regeling volgend jaar nog wel uitwerken. Er van uitgaande dat er een akkoord tot stand komt. Zonder akkoord geen regeling.
Het is de bedoeling dat de maatregelen die worden uitgewerkt zoveel mogelijk voor alle defensiemedewerkers zullen gaan gelden. Als het gaat om maatregelen voor vervroegde uittreding is dit voor militairen al geregeld via de UKW en bijvoorbeeld het inverdienen. De maatregelen die er op dit gebied voor burgers zijn geweest, zijn intussen vervallen of worden via een overgangsregeling afgebouwd. Omdat het pensioenakkoord ruimte biedt om voor burgers met functies die gezien kunnen worden als zware beroepen weer een aantal maatregelen op het gebied van geheel of gedeeltelijke uitstroom te treffen, is afgesproken daar in 2022 een tijdelijke regeling voor te treffen.
Medewerkers die niet dagelijks reizen ontvangen omgerekend een tegemoetkoming WWV die vaak hoger is dan het fiscaal maximale bedrag. Afgesproken is dat de werkgever de belasting over de tegemoetkoming die hoger is dan 19 cent per kilometer zal betalen aan de fiscus. Daardoor verandert er voor mensen die binnenslaper zijn niets aan de tegemoetkoming die zij ontvangen.