Chroom-6 en PX-10: Kleine stapjes voorwaarts
Tijdens het plenair debat in de Tweede Kamer over de gifdossiers chroom-6 en PX-10 binnen Defensie, dinsdagavond 11 november, zijn kleine stapjes winst geboekt. Zo is de Minister onder voorwaarden bereid nog dit jaar een financiële regeling te maken voor slachtoffers van chroom-6. Tijdens het deels nachtelijke debat ging het er soms pittig aan toe tussen de oppositie en minister Hennis. Het draaide vooral om de vraag: wanneer wist de Minister wat?
De vraag wat minister Hennis wel of niet wist is zeer relevant, want de afgelopen maanden is via de media telkens nieuwe informatie boven tafel gekomen. Dit was informatie die Defensie had achtergehouden en waaruit bleek dat er jarenlang door medewerkers met de giftige stoffenchroom-6 en PX-10 is gewerkt zónder de broodnodige bescherming. En de defensieorganisatie wist dat! Mede onder druk van de militaire vakbonden AFMP en de VBM besloten tot een breed onderzoek naar chroom-6. Dit onderzoek is nu gestart.
Transparantie
Tijdens het debat erkende de minister ook dat de Defensieorganisatie niet transparant genoeg is en dat ‘de onderste steen boven moet komen.’ Financiële regeling Er lijken nu stappen vooruit te worden gezet in het chroom-6 dossier. De Minister is bereid nog dit jaar een financiële regeling te maken voor slachtoffers van chroom-6 als blijkt dat zij aantoonbaar ziek zijn geworden van het werken met chroom-6. Daarbij is ook sprake van een voorschotregeling, want pas na afloop van het hele onderzoek kan het caudale verband tussen het ziek zijn door het gebruik van chroom-6 echt worden vastgesteld. De Minister is ook gestart met een breed onderzoek naar chroom-6; daarbij zullen ook de bonden betrokken worden. Alleen vergat de minister erbij te zeggen dat we over onze betrokkenheid daarbij nog géén concrete afspraken hebben gemaakt. Over zowel de financiële regeling als de betrokkenheid van de bonden bij het onderzoek moeten we dus nog in overleg met Defensie. De Tweede Kamer sprak haar zorg uit over de lengte van het onderzoek, dat kan volgens de minister wel twee jaar gaan duren. De oppositie wil het onderzoek versnellen, ook hiervoor werd een motie ingediend. Snelheid is, naast zorgvuldigheid, in het belang van medewerkers, zeker zij die nu ziek zijn.
Er blijven zorgen
De zorg over de goede afloop van de gifdossiers is nog niet weggenomen. In de toekomst is een structurele aanpak van de gifdossiers nodig:
- Protocolafspraken tussen bonden en werkgever waarin staat aangegeven hoe we in de toekomst met dit soort zaken omgaan;
- Onafhankelijke diagnose van mogelijke slachtoffers door een expert op het terrein van beroepsziekten;
- Een schadefonds Defensie. De Tweede Kamer juichte het voorstel van de minister voor een schaderegeling toe, maar vergat dat hiervoor binnen de uitgeklede Defensiebegroting volstrekt geen financiële ruimte is. Die financiën moet de Tweede Kamer wél toezeggen en het liefst in de vorm van een schadefonds. Hierover hebben we reeds een brief geschreven aan het overleg.
Transparantie
Tot nu toe is veel van de informatie via de media boven tafel gekomen. De minister heeft aangegeven dat er meer transparantie en openheid binnen de Defensieorganisatie moet komen. Voor het chroom-6 dossier is intussen veel Defensie informatie beschikbaar, maar dat geldt nog niet voor PX-10. De kritiek op de rol van het RIVM wil de minister pas bespreken als het RIVM met deskundigen zoals professor Tytgat heeft gespreken. Maar ook voor dit dossier geldt dat álle informatie boven tafel moet komen, zoals alle arbo jaarverslagen, de chemiekaarten van Shell over het gebruik van PX-10 en het aandeel chroom-6 daarin, het conceptrapport van de RIVM dat bijna een jaar ‘op de plank bleef liggen’ én alle andere voor dit dossier relevantie informatie. Die toezegging heeft de minister nog niet gedaan en is noodzakelijk om de eerdere uitkomsten van het RIVM onderzoek goed te kunnen beoordelen. Daarover is ook veel discussie ontstaan na de uitzending van Een Vandaag enige weken geleden. Om met de woorden van de minister te spreken: ‘de onderste steen moet boven komen’. En desnoods via WOB-procedures (Wet Openbaarheid van Bestuur, red.)
Rol leider taskforce
Ook de rol van de leider van de Taskforce Chroom-6 baarde de oppositie veel zorgen. Naar aanleiding van een uitzending van Een Vandaag ontstond hierover veel discussie en ook tijdens het debat in de Tweede Kamer. De leider zou in het verleden zelf betrokken zijn geweest bij chroom-6. Dat leidde tot een fel debat tussen oppositie en minister Hennis. De oppositie vindt dat er geen enkele schijn van belangenverstrengeling mag zijn en meent dat de minister hem moet vervangen en diende hiervoor een motie in. De minister gaf aan in gesprek te gaan met de leider. Wat daarvan de uitkomsten zijn is ongewis, dat geldt ook voor de motie. Jammer overigens dat er zóveel tijd aan dit onderwerp werd besteed. Maar ook de MARVER vindt dat iedere schijn van belangenverstrengeling voorkomen moet worden.
UPDATE: de leider van de Taskforce Chroom-6 heeft zich intussen teruggetrokken.
Waar gaat het écht om?
Het gaat om defensiemedewerkers die jarenlang zijn blootgesteld aan gevaarlijke stoffen zónder de beschikbare beschermingsmiddelen en waarvan er nu een aantal ernstig ziek zijn. Die problemen moeten snel worden aangepakt én structureel worden opgelost. Maar toekomstige problemen moeten worden voorkomen, dus het huidige arbobeleid moet ook stevig onder de loep worden genomen. De Minister gaf aan dat zij ook hiervoor een onderzoek gaat instellen. De MARVER vindt dat goed arbobeleid noodzakelijk is om defensiewerknemers een veilige werkomgeving te bieden. Dat is een zorgplicht van de werkgever.