19 december 2019

Pensioenregeling 2019 op tijd ingevoerd

Tijdens de vergadering van het sectoroverleg Defensie (SOD) op 10 december is de invoering van de nieuwe pensioenregeling voor militairen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 zeker gesteld. Om de pensioenafspraken uit het cao-akkoord 2018-2020 te kunnen uitvoeren, moesten deze worden vastgelegd in een nieuw pensioenreglement voor 2019.

Dat is na een langdurig en moeizaam overlegtraject gelukt. Het leek er bijna op dat de nieuwe pensioenregeling niet kon worden ingevoerd in 2019. “Dat zou grote gevolgen hebben gehad voor onze leden”, benadrukt MARVER-onderhandelaar René Schilperoort. “Gelukkig is op het laatste moment nog een oplossing gevonden voor een lastige discussie. Daardoor blijven die gevolgen uit en bouwen militairen, zoals in de cao 2018-2020 is afgesproken, vanaf 1 januari 2019 in de nieuwe militaire middelloonregeling pensioen op. Hiermee worden ook de gevolgen ongedaan gemaakt van de slechte basisregeling die ABP tot nu toe in 2019 voor militairen heeft uitgevoerd."

Forse discussie
De vertaling van de onlangs in 2019 afgesproken cao in een nieuw pensioenreglement leverde forse discussies op met de werkgever. Schilperoort: “De belangrijkste discussie ging over de cao-afspraak dat ABP de door militaire diensttijd voor 1 juni 2001 opgebouwde pensioendelen niet kan en mag verlagen. Dit omdat Defensie deze nog uit de begroting betaalt. Het gaat dan niet om militairen die tot het eind in de nieuwe pensioenregeling blijven deelnemen. Het heeft vooral betrekking op militairen die Defensie, voordat ze met leeftijdsontslag gaan, (moeten) verlaten en als burger aan de slag gaan bij een ook bij ABP aangesloten werkgever.”

Afspraken
Hierover heeft Defensie in het verleden afspraken met ABP gemaakt, zo benadrukt Schilperoort. “Het militaire pensioen wordt dan automatisch omgerekend naar de burger-ABP-regeling. Mensen kunnen wel aan ABP laten weten als ze dat niet willen. Maar ook dan vervallen volgens de werkgever de rechten van militairen als het gaat om hun voor 1 juni 2001 opgebouwde diensttijd. Daar zijn wij het als MARVER absoluut niet mee eens. Enerzijds omdat Defensie hiermee terugkomt op de gemaakte cao-afspraak. Anderzijds omdat de kaderwet militaire pensioenen in de memorie van toelichting daarover iets anders zegt. Door die vroegere afspraak met ABP heeft Defensie de aanspraken van deze (ex-)militairen gewijzigd.
Daarover had destijds met de bonden overleg moeten worden gevoerd en overeenstemming moeten worden bereikt. Helaas zijn we het hierover op dit moment niet eens geworden met de werkgever. Wij hoeven alleen de met Defensie gemaakte afspraken op te nemen in het nieuwe pensioenreglement. Hierdoor hebben we met de minister kunnen afspreken dat alleen de afspraak uit het cao-akkoord 2018-2020 in het pensioenreglement 2019 wordt opgenomen.”

Burgerbetrekking
Volgens Schilperoort worden de discussies hierover wel voortgezet in het SOD. “Zo nodig voeren we nog aanpassingen door in het pensioenreglement voor 2020. Wij vinden het belangrijk dat voor onze leden duidelijk is welke gevolgen het overgaan naar een burgerbetrekking heeft. Naast het behoud van je pensioenrechten speelt ook mee dat andere belangrijke rechten kunnen vervallen als je je militaire pensioen niet laat omrekenen naar de burger-APB-regeling. Bijvoorbeeld het voor 1 januari 2018 opgebouwde partnerpensioen als je eerder overlijdt dan 65 jaar. We informeren jullie als deze discussie is afgerond.”
Door de nu gekozen oplossing heeft de MARVER zich niet geconformeerd aan de afspraken die de minister met ABP hierover zonder ons heeft gemaakt, zo beklemtoont Schilperoort. “Dat betekent dat de MARVER gedupeerde leden kan bijstaan als ABP in de toekomst kortingen gaat doorvoeren die volgens ons in strijd zijn met de door ons gemaakte cao-afspraak. Hierbij kunnen we de rechter vragen om in te grijpen.”