Tussenstand uitwerking pensioenakkoord
Hoe staat het met de uitwerking van het vorig jaar juni bereikte akkoord over de vernieuwing van het Nederlandse pensioenstelsel? Afgelopen donderdag presenteerde de FNV daarover een webinar. Voor degenen die geen gelegenheid hadden om te kijken, hieronder een paar interessante zaken die tijdens deze online college werden besproken.
Het pensioenakkoord kent doelen in plaats van afspraken. De overeengekomen doelen zijn onder andere het op peil houden van de koopkracht van de pensioenen door inflatiecorrectie (indexeren), het opbouwen van een pensioenuitkering van 80 procent van het middelloon na 42 jaar werken en eerder kunnen stoppen als je zwaar werk doet – zoals boeven vangen.
Samenhangend pakket
Hoe houdt de FNV in de gaten dat deze doelen worden gerealiseerd? Antwoord: door het pensioenakkoord samen met de werkgevers en het kabinet handen en voeten te geven. Bij eerdere akkoorden was het afwachten of de afspraken ook goed uitgewerkt zouden worden. Dit keer werkt de FNV mee aan het omzetten van het akkoord in een samenhangend pakket van praktische maatregelen. Sinds afgelopen zomer wordt daar hard aan gewerkt. Tot nu toe gaat het goed en liggen de vorderingen op schema. Mocht onderweg uit nader onderzoek blijken dat een bepaald doel echt niet te realiseren is, dan zullen de betrokken partijen zich moeten gaan bezinnen op de gevolgen daarvan voor het akkoord.
Ongunstige rentestanden
Een van de grootste bedreigingen van het pensioenakkoord is de lage rente op de kapitaalmarkten. Die was al laag op de dag dat het akkoord gesloten werd en niemand verwachtte toen dat daarin op korte termijn verbetering zou komen. Maar in de zomer van 2019 zakte de rente nog verder doordat de Europese Centrale Bank obligaties ging opkopen. Daarnaast kwam de Commissie Parameters (Dijsselbloem) met het advies vanaf 2020 een lagere rekenrente te gebruiken bij het becijferen van de toekomstige verplichtingen van de pensioenfondsen. En tot slot namen de verwachte rendementen ook nog eens af.
Jezelf arm rekenen
Al met al zouden de pensioenfondsen bij het waarderen van hun bezittingen moeten uitgaan van een rendement van 0,65 procent, terwijl het werkelijke rendement al vele jaren vele malen hoger ligt. Ze zouden gedwongen worden zich arm te rekenen, terwijl ze bezig waren met het uitwerken van een nieuw pensioenstelsel dat aan die praktijk een eind moet maken. Het is raar dat je in die overgangssituatie wordt gehouden aan de negatieve gevolgen van een te lage dekkingsgraad: een lagere pensioenopbouw, hogere pensioenpremie’s, kortingen op de pensioenen. Kortingen die nooit meer ingehaald kunnen worden en die dus één van de belangrijkste doelen van het pensioenakkoord onderuit zouden halen.
Pensioenkortingen voorkomen
Om kortingen op de pensioenuitkeringen te voorkomen startte de FNV vorig najaar een petitie en verzamelde in korte tijd 10.000 handtekeningen. Die werden op 15 november aan minister Koolmees van Sociale Zaken overhandigd. Een paar dagen later maakte hij aan de Tweede Kamer bekend dat hij besloten had de pensioenfondsen met een dekkingsgraad van minstens 90 procent een jaar uitstel van de wettelijke voorschriften te verlenen. Wat gaat er gebeuren als dat jaar verstreken is? De pensioenonderhandelaar van de FNV, Tuur Elzinga, liet tijdens het webinar weten geen kortingen op de pensioen te verwachten zolang de besprekingen over het nieuwe pensioenstelsel nog lopen en er Tweede Kamerverkiezingen gepland staan.
Zwaar werk
Ook werd de vraag gesteld wat zwaar werk is. In het pensioenakkoord is vastgelegd dat de sociale partners in de beroepssectoren dat zelf moeten uitmaken. Zij zitten dicht op de werkvloer en kunnen dat het best beoordelen.
Kijk hier het FNV-webinar terug!