MARVER en FNV gemengde gevoelens over pensioennota Klijnsma
De FNV – de grootste vakbond van Nederland, waarbij ook de MARVER is aangesloten – is niet onverdeeld gelukkig met de Perspectiefnota ‘Toekomst Pensioenstelsel’ die staatssecretaris Jetta Klijnsma op vrijdag 8 juli heeft gepresenteerd. FNV-bestuurder Han Busker: ‘Plannen maken voor de toekomst is prima, maar ik zou toch ook wel graag een plan willen zien voor het oplossen van de actuele koopkrachtproblemen van veel gepensioneerden.’
De Perspectiefnota beschrijft meerdere mogelijkheden om de opbouw van aanvullende pensioenen (bovenop de AOW-uitkering) beter te laten aansluiten bij de veranderde arbeidsmarkt: mensen gaan later met pensioen, veranderen vaker van baan en werken vaker als zzp’er. Rutte II maakt zelf geen definitieve keuzes: dat mag het volgende kabinet doen.
Samen delen
Klijnsma bepleit dat het uitgangspunt van een nieuw pensioenstelsel hetzelfde moet blijven als dat van het huidige stelsel: collectiviteit en solidariteit. Ook stelt het kabinet als voorwaarde dat de nieuwe aanpak moet voorzien in een toereikend pensioen voor alle werkenden. De FNV reageert instemmend op deze twee politieke keuzes. FNV-bestuurder Han Busker: ‘Het Nederlandse pensioenstelsel is nog altijd één van de beste ter wereld, maar het staat mede onder druk doordat veel werkenden geen of onvoldoende pensioen opbouwen. Ik vind het goed om te zien dat de staatssecretaris dat onderschrijft. Bij een echte baan hoort namelijk een goed pensioen. En dat gaat het beste als ons stelsel gebaseerd is op solidariteit en collectiviteit, samen delen doe je namelijk ook voor jezelf.’
Afschaffen doorsneepremie
Minder gelukkig is de FNV met het enthousiasme van het kabinet voor het idee om vanaf 2020 de huidige doorsneepremie te vervangen door degressieve pensioenopbouw. Nu betalen alle deelnemers aan pensioenfondsen hetzelfde premiepercentage, terwijl jongeren eigenlijk een lager percentage zouden kunnen betalen omdat in hun geval langer rendement kan worden geboekt op het ingelegde bedrag. In dit systeem betalen jongeren dus meer premie dan nodig is voor de aanspraak die ze opbouwen en ouderen (daardoor) minder premie dan nodig is.
Bij degressieve opbouw wordt voor alle deelnemers nog steeds hetzelfde premiepercentage gehanteerd, maar de opbouw is dan afhankelijk gemaakt van de leeftijd. Dat wil zeggen: op jonge leeftijd wordt meer opgebouwd. Zo’n stelsel is nu niet mogelijk omdat volgens de Pensioenwet de opbouw tijdsevenredig moet verlopen – alle deelnemers moeten jaarlijks hetzelfde percentage van hun pensioen opbouwen.
Kosten afwentelen
Door het afschaffen van de doorsneepremie in 2020 ontstaat volgens het CPB een pensioentekort van 100 miljard euro, vooral voor de generaties die zijn geboren tussen 1960 en 1980. Om de pijn te verzachten stelt het kabinet 40 miljard euro beschikbaar. De andere 60 miljard euro moeten werkgevers en werknemers zelf betalen. FNV-bestuurder Busker ziet er vooralsnog niets in. ‘Het loslaten van de doorsneepremie zal de pensioenen verder onder druk zetten. De kosten zijn torenhoog en wij willen niet dat die op volgende generaties worden afgewenteld. Tenzij de overheid de rekening volledig oppakt, is dit voor ons niet aan de orde.’
Koopkrachtproblemen
De door dit kabinet uitgewerkte ideeën kijken vooral naar de lange termijn, maar de FNV wil dat er ook naar de korte termijn wordt gekeken. Busker: ‘Veel gepensioneerden hebben het op dit moment heel zwaar omdat hun pensioenen onder druk staan en ze dus minder koopkracht hebben. Maar ook de pensioenen van werkenden verkeren door de lage rente in zwaar weer. Maatregelen om daar wat aan te doen mis ik in deze nota.’
De FNV wil dat pensioenfondsen de wettelijke ruimte krijgen om minder rentegevoelige rekenregels te hanteren, zodat ze niet constant onder druk staan op hun kapitaalreserves te verhogen. Daarnaast wil de FNV dat de mogelijkheden om de pensioenen aan te passen aan de ontwikkeling van het prijspeil worden verruimd.