Pensioenpremie 2022 voor burgers ongewijzigd; voor militairen iets hoger
De pensioenpremie die ABP-deelnemers en -werkgevers betalen, zal volgend jaar ongewijzigd blijven. De premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen blijft 25,9%. Door de financiële positie van het pensioenfonds kunnen de pensioenen van de deelnemers volgend jaar niet worden verhoogd. Dit heeft het ABP-bestuur besloten. Omdat de stemmen staakten, adviseerde het Verantwoordingsorgaan van ABP negatief.
Het premie- en indexatiebesluit voor 2022 is genomen om de premie zo stabiel mogelijk te houden in de overgangsfase naar een nieuw pensioencontract. Sociale partners in de Pensioenkamer verzochten ABP daar eerder dit jaar om. Dit leidt dus tot een gelijkblijvende premie voor 2022. Deze premie van 25,9% voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen is gelijk aan het niveau in 2021.
Werkgevers en werknemers betalen de premies (70%, respectievelijk 30%) samen. De premie van 2022 valt daarmee lager uit dan de prognose die ABP in juli naar buiten bracht. Dat komt gedeeltelijk door een verzoek van de sociale partners om de premie te faseren en deze zo stabiel te houden. Zo wordt de geplande premieverhoging voor 2022 gecompenseerd in 2023 als de VPL-premie (Vut, Prepensioen en levensloop) vervalt. Ook de uitkomsten van het grondslagenonderzoek droegen hieraan bij. Deze uitkomsten, zoals de sterftekansen, zorgen voor een premiedaling.
Beleidsdekkingsgraad
ABP kan de pensioenen van werkende en gepensioneerde deelnemers in 2022 niet laten meegroeien met de prijsontwikkeling. De prijzen stegen met 2,4% tussen oktober 2020 en september 2021. De beleidsdekkingsgraad van het fonds ligt met 100,3% onder de 110% die nodig is om de pensioenen geleidelijk te mogen verhogen. De kans op een pensioenverlaging in 2022 is klein. De actuele dekkingsgraad ligt op 31 december 2021 naar verwachting ruim boven de noodzakelijke ondergrens.
Geen onnodige verlaging
ABP blijft vinden dat er in de komende periode geen onnodige pensioenverlaging moet plaatsvinden tot de invoering van het nieuwe pensioencontract. Het Verantwoordingsorgaan van ABP adviseerde negatief over het premie- en indexatiebesluit. De stemmen staakten: 20 leden adviseerden positief, 20 leden adviseerden negatief en 6 leden onthielden zich van stemming. Bij het staken van stemmen is het advies van het VO volgens het reglement negatief. Als argumentatie om negatief te adviseren, gaven meerdere leden van het Verantwoordingsorgaan diverse overwegingen. Andere VO-leden lieten weten de argumenten van het bestuur te kunnen volgen en tot een positief advies te komen.
Premie voor militairen wél omhoog
De pensioenpremie voor militairen gaat in januari 2022 wel iets omhoog. Het ABP-bestuur heeft deze premie voor de militaire regeling voor komend jaar vastgesteld op 24,7%, terwijl deze op dit moment nog 23,8% is. Ook voor de militaire regeling geldt een premieverdeling van 70% voor de werkgever en van 30% voor de militairen zelf. De reden dat de premie anders is dan die voor de burgerregeling is dat militairen een eigen pensioenregeling hebben die inhoudelijk op veel punten afwijkt van de burgerregeling. Omdat militairen geen VPL-premie betalen, is compensatie zoals in de burgerregeling voor 2022 met een in 2023 vrijvallende premie niet mogelijk.
Voor de MARVER speelt het een grote rol dat die nieuwe pensioenregeling er nog niet zo lang is en dat het nieuwe loongebouw nog niet is ingevoerd, iets wat in 2020 had moeten gebeuren. Een nieuw loongebouw zal namelijk effect hebben op het pensioen van militairen. Hoe groot die effecten zullen zijn, is nu echter nog niet bekend. De premie voor militairen is door een jong deelnemersbestand nog steeds lager dan die voor de burgerregeling. Daarom hebben de bonden en Defensie ervoor gekozen om nu zelf geen maatregelen te nemen om de effecten van het ABP-besluit op de premie te verminderen. Dit zou namelijk neerkomen op een verslechtering van de regeling en dat vindt de MARVER op dit moment niet verantwoord.