Defensiebegroting 2015: Het Defensiepersoneel verdient ECHT beter!
De Marechausseevereniging is uitermate teleurgesteld in de defensiebegroting die op Prinsjesdag 2014 is gepresenteerd. Waar de minister rept van een trendbreuk kunnen wij die absoluut niet bespeuren. Eerdere bezuinigingen en reorganisaties worden doorgezet, hierop vindt geen bijstelling plaats. Er is, ondanks alle mooie woorden van de minister, volstrekt onvoldoende aandacht voor het personeel.
Klik hier of kijk onderaan dit bericht voor de het Defensiedeel van de Rijksbegroting 2015.
De plannen in de defensiebegroting doen vermoeden dat Defensie er de komende jaren geld bij krijgt, maar niets is minder waar! Een paar jaar terug werd er één miljard euro op Defensie bezuinigd. In 2014 wordt er nog eens 282 miljoen euro extra structureel bezuinigd. Als er komend jaar 50 miljoen euro bij komt, betekent dat niet dat er geld bij komt, maar dat er alleen minder wordt bezuinigd. Alle eerder, door de Ministers Hillen en Hennis, aangekondigde bezuinigingen en reorganisaties gaan namelijk gewoon door.
In 2016 belooft het kabinet dat Defensie er 150 miljoen ‘bij krijgt’, het jaar daarna 100 miljoen euro. Maar wat is die belofte waard? Er vinden immers ieder jaar opnieuw begrotingsonderhandelingen plaats. En op 15 maart 2017 zijn er opnieuw verkiezingen. Dat zal allemaal van invloed zijn op de defensiebegroting die dan wordt opgemaakt. De defensiebegroting voor 2015 en de voornemens van het kabinet voor de jaren erna hebben wat de MARVER betreft daarom een hoog ‘na ons de zondvloed’ gehalte in zich.
Veel mooie woorden, maar…
In de Defensiebegroting wordt vooral ingezet op het verminderen van de afbraak van de operationele capaciteit van militaire eenheden. Er wordt in 2015 in ieder geval geen extra geld vrijgemaakt voor het personeel. Terwijl dat hard nodig is! De Koninklijke Marechaussee als organisatie is tijdens de eerdere bezuinigingen misschien redelijk ontzien. Het marechausseepersoneel echter staat net als al het andere defensiepersoneel al vier jaar op de nullijn en het arbeidsvoorwaardenakkoord is intussen al 565 dagen verlopen. De rechtspositie, de werkgelegenheid, de inkomens en de arbeidsomstandigheden van het Defensiepersoneel zijn door minister Hennis en haar voorgangers jarenlang verwaarloosd. Het Defensiepersoneel is er door alle bezuinigingen op Defensie en overige overheidsmaatregelen in inkomen fors op achteruit gegaan. Minister Hennis zegt keer op keer, ook in de beleidsbrief 2015, dat het militaire en burgerpersoneel de spil zijn en het hart van de Defensieorganisatie vormen. Het kostbaarste bezit en daarmee het belangrijkste kapitaal van de organisatie! Die terugkomende uitgesproken waardering voor het personeel dient naar de mening van de MARVER ook expliciet tot uitdrukking te komen in de Defensiebegroting. Een goed arbeidsvoorwaardenakkoord, verdere compensatie van de negatieve gevolgen van de WUL, het oplossen van het AOW-gat en de knelpunten rond de (militaire)pensioenen zijn dringend noodzakelijk. Er is dus fors meer geld nodig! Helaas worden de mooie woorden van de minister ook in 2015 weer niet vertaald in daden.
In de Beleidsbrief voor 2015 wordt gesuggereerd dat er gewerkt wordt aan verbetering van de Personeelszorg, de Geneeskundige voorzieningen, verdere aanvulling van de voorraden voor inzet en de voorraad aan reserveonderdelen. De hiervoor gereserveerde bedragen zijn echter grotendeels pas ná 2015 in de meerjarenraming opgenomen en meestal gaat het dan om geringe bedragen. Bovendien betreft het hier deels afspraken die al eerder met de bonden zijn gemaakt. Er is dus niets nieuws onder de zon. Dit alles biedt de MARVER onvoldoende vertrouwen dat de echte knelpunten voor het personeel ook daadwerkelijk worden opgelost.
Vertrouwens enquête
In de afgelopen zomermaanden is door de AFMP en VBM een enquête onder het defensiepersoneel gehouden, die door meer dan 3000 defensie medewerkers is ingevuld. Daaruit blijkt dat 88,5 % van de geënquêteerden aangeeft weinig tot geen vertrouwen te hebben in de besluitvorming van de politiek over Defensie en bijna 60 % geeft aan geen vertrouwen te hebben in de top van Defensie. 85,5 % vindt dat de minister er (in het geheel niet) in geslaagd is om het vertrouwen bij het personeel het afgelopen jaar te vergroten. En het hoofdbestuur van de MARVER verwacht niet dat een enquête onder onze eigen leden op de genoemde punten tot een heel andere uitkomst zal leiden.
Investeren in personeel en vertrouwen noodzaak
Het is duidelijk dat ook onze leden zich grote zorgen maken. Niet alleen over hun inkomen, maar ook over de kwaliteit van de Defensieorganisatie. De grondwettelijke taken van Defensie en de omstandigheden waaronder die taken moeten worden uitgevoerd, vragen een krijgsmacht die als het er op aankomt slagvaardig kan optreden. Dit vraagt naast integer leiderschap en goed materieel dat onze leden blind kunnen vertrouwen op haar leiding en de besluiten die de politiek met betrekking tot Defensie maakt. De defensieorganisatie valt of staat met de mensen en hun loyaliteit aan de organisatie. Je vraagt aan defensiemedewerkers namelijk iets heel bijzonders; dat hij of zij bereid is zo nodig de eigen veiligheid (en het eigen leven) te riskeren voor de veiligheid (en het leven) van een ander.
Maar jaren lang loyaliteit van de medewerkers vragen en daar als organisatie en politiek nauwelijks iets tegenover stellen heeft wel zijn prijs. Investeren in het herstel van vertrouwen, met specifieke aandacht voor zowel het inkomen, de personeelszorg, opleidingen als voldoende en adequaat materieel, zijn dus hoogst noodzakelijk. Die investering zien wij helaas niet terug in de Defensiebegroting.
Geen vertrouwensherstel
Afgelopen vrijdag is op het Plein in Den Haag een Manifestatie door kaderleden van diverse bonden gehouden waaraan ook kaderleden van de MARVER hebben deelgenomen. Kaderleden die de mening van de meerderheid van de leden van de aangesloten bonden verwoorden! Minister Hennis heeft die manifestatie en de uitkomsten van de enquête van de AFMP en VBM via de NOS gebagatelliseerd. Dit levert naar de mening van de MARVER geen bijdrage aan het herstel van het vertrouwen van het defensiepersoneel.
Bron: NOS
Minister Hennis van Defensie liet vrijdag 12 september aan de NOS het volgende weten: Zij wijst erop dat in oktober al CAO-gesprekken gepland staan. "Er werken 60.000 mensen bij Defensie, er stonden er vandaag honderd op het Plein. Ik heb de boodschap goed verstaan, maar ik ga het ook niet groter maken dan het is."
Defensie gaat volgens haar financieel gezien moeilijke jaren tegemoet maar ze verwacht dat het daarna wel beter wordt.
Bijzondere positie
De MARVER heeft verder bedenkingen bij de opmerking dat Defensie meer aan wil sluiten bij het rijksbrede P&O beleid. Op een aantal punten kan dat misschien best goed zijn, maar het kan én mag niet zo zijn dat de bijzondere positie van de militair niet naar behoren gewaardeerd wordt.
Het voornemen van Defensie om meer reservisten in te zetten valt bij de MARVER in slechte aarde. De MARVER is namelijk van mening dat reservisten bedoeld zijn voor specialistische functies en werkzaamheden die niet structureel binnen de KMar kunnen worden geborgd. Niet voor de vervanging van regulier werk tegen een mindere beloning.
Internationale missies
De politiek heeft torenhoge ambities en roept om het hardst dat Nederland mee moet doen aan missies en vredesoperaties. Maar door alle bezuinigingen van de afgelopen jaren wordt dat steeds moeilijker. De bij die ambities behorende financiële middelen worden niet gegarandeerd. Tekorten worden steeds opnieuw afgewenteld op het personeel. Of Nederland een internationale bijdrage levert is en blijft een politieke keuze. Maar het personeel mag van de politiek én de Defensieleiding verwachten dat de organisatie daarvoor dan voldoende geëquipeerd is. Wat de MARVER betreft dient de veiligheid en gezondheid van Defensiepersoneel bij uitzendingen zo goed mogelijk te worden gewaarborgd en altijd voorop te staan. Dat kan betekenen dat missies later kunnen starten dan de politiek wenselijk vindt of dat een missie moet worden beëindiging omdat onvoldoende capaciteit beschikbaar is om deze voort te kunnen zetten. Om internationaal een rol van betekenis te kunnen spelen zal er naar de mening van de MARVER méér geïnvesteerd moeten worden in Defensie.
Veiligheid heeft zijn prijs
Uit tal van onderzoeken blijkt dat het draagvlak onder de bevolking voor extra investeringen in Defensie hoog is. De huidige internationale spanningen zoals de situatie in de Oekraïne en in het midden oosten zijn daar debet aan. De politiek dient dat concreet te vertalen in meer geld voor Defensie en specifieke vertaling naar het personeel. De roep van commandant der strijdkrachten Middendorp dat er structureel meer geld naar Defensie moet is mooi, maar komt wat ons betreft veel té laat. De generaal zei tijdens een bijeenkomst van de Atlantische Commissie gisteren tegenover de NOS dat hij denkt dat de groeiende steun voor Defensie van korte duur is. Middendorp denkt dat zowel de mensen in de samenleving als in de politiek zich realiseren dat er een verandering moet komen bij Defensie, maar stelt wel dat "het ijs dun is". Hij wil dat Nederland niet minder dan de NAVO-norm (2 procent van het bruto nationaal product) gaat uitgeven aan Defensie. Ook wat de MARVER betreft moet deze twee procent weer uitgangspunt worden. Pas dan zou de politiek weer op dezelfde manier eisen aan het defensiepersoneel mogen stellen als voor de bezuinigingen.
Tot slot
Veel investeringen vinden pas ná 2015 plaats en zijn vooral gericht op operationele capaciteit en de concrete maatregelen tonen pijnlijk duidelijk aan dat hiermee de brede inzetbaarheid van de Krijgsmacht ons inziens nauwelijks zal toenemen. Investeren in personeel en vertrouwen is noodzaak. Veiligheid heeft zijn prijs, het defensiepersoneel verdient beter! Dat moeten politici zich goed realiseren.
rijksbegroting_2015_-_defensie.pdf