19 september 2017

Rijksbegroting 2018: Politiek laat het defensiepersoneel bungelen

De defensiemedewerkers blijven in het ongewisse of er nog toekomst is voor hen en voor Defensie in het algemeen. Zij blijven hun werkzaamheden verrichten ‘tussen hoop en vrees’, hopende dat het nieuwe kabinet daadwerkelijk substantieel gaat investeren in Defensie, op zowel het personele- als het materiële vlak.

Ze werken ‘Tussen hoop en vrees’: dat ze het wederom moeten doen met veel lof voor hun werkzaamheden zoals ook nu weer op St. Maarten. Maar ondertussen werken ze met een budget waarmee ze zichzelf opeten, zoals de Rekenkamer concludeerde. ‘Tussen hoop en vrees’: dat Defensie eindelijk weer gaat groeien of dat het alweer aan de vooravond van een nieuwe reorganisatieronde staat. Laat het duidelijk zijn, ook bij een verhoging van het budget van iets meer dan 1 miljard kunnen noodzakelijke investeringen maar beperkt doorgaan. Er zal dan opnieuw moeten worden gereorganiseerd, terwijl de eenheden nú al fors onderbezet zijn.

Molensteen om nek
De beleidsarme begroting 2018 voelt voor het defensiepersoneel als een molensteen om de nek. Het is wederom een begroting die hen geen enkel perspectief biedt. Een begroting die leidt tot verdere afbraak van Defensie omdat het nu al onvoldoende budget heeft om zijn taken te kunnen uitvoeren. Een beleidsarme begroting heeft tot gevolg dat de broodnodige investeringen wederom worden uitgesteld. De negatieve spiraal van het steeds ouder wordende materieel met de hieraan gekoppelde sterk oplopende exploitatiekosten zullen het defensiebudget opsouperen en de operationele inzet van onze eenheden en wapensystemen nog verder onder druk zetten. En dan spreken we nog niet eens over alle andere problemen die defensiepersoneel ondervindt, eenheden zijn fors onderbezet, onvoldoende goede uitrusting, onvoldoende oefening en trainingen, onvoldoende munitie en (reserve)materieel. Er is aan alles een gebrek. Én al 4 jaar geen cao!

In 2018 gaat het defensiebudget in % Bruto Binnenlands Product (BBP) in tegenstelling tot politieke beloften niet omhoog. Er is weliswaar sprake van een verhoging van het defensiebudget maar dit wordt voornamelijk veroorzaakt door investeringsgelden die vanuit eerdere begrotingen zijn doorgeschoven. Door de sterke economische groei in Nederland en de hieraan gekoppelde stijging van het BBP blijft het percentage rond de 1,1% BBP schommelen. Het defensiebudget blijft daarmede ver verwijderd van het, stijgende, Europese gemiddelde, laat staan van de NAVO-norm van 2% die volgens de afspraken in Wales in 2024 moet worden bereikt. Maar nog veel belangrijker: daarmee ook ver verwijderd van een inzetbare krijgsmacht.

Géén perspectief defensiepersoneel
De beleidsarme begroting biedt óók weinig soelaas voor het personeel op het gebied van hun arbeidsvoorwaarden. Ook hier zijn investeringen meer dan nodig om de defensieorganisatie voor zijn taak berekend en het personeel gemotiveerd te houden. Een jarenlange te hoge uitstroom van voornamelijk militairen en een teleurstellende werving hebben tot gevolg dat er op dit moment meer dan 6000 vacatures zijn bij Defensie. Vacatures die Defensie overigens helemaal niet kan invullen omdat het huidige defensiebudget hiervoor ontoereikend is. Onze regering vraagt heel veel van het defensiepersoneel maar stelt hier zelf maar bitter weinig tegenover. Het gevolg is een ‘verbitterde’ uitstroom van teleurgesteld defensiepersoneel. Zonder noodzakelijke investeringen in het personele domein zal de uitstroom, in tegenstelling tot wat minister Hennis-Plasschaert aan de Tweede Kamer schrijft, dan ook niet dalen. Mooie nota’s over werving en behoud zijn zinloos zolang er niet wordt geïnvesteerd in Defensie en het defensiepersoneel geen perspectief wordt geboden.

Politiek, neem uw verantwoordelijkheid
Alle Defensie vakbonden roepen de politiek dan ook gezamenlijk op om eindelijk eens hun verantwoordelijkheid te nemen. De afgelopen 25 jaar is er zonder enig pardon op Defensie bezuinigd. Dit heeft er toe geleid dat Defensie niet meer in staat is om zijn grondgebied te beschermen. Dit is een bewuste politieke keuze geweest van diverse Kabinetten en de Tweede Kamer. Het wereldtoneel is de afgelopen jaren echter sterk veranderd. De keuze ligt nu wederom voor bij de formerende partijen: gaat het nieuwe Kabinet daadwerkelijk investeren in onze defensie, in ieders veiligheid? Gaan we daardoor ook weer perspectief bieden aan het defensiepersoneel? Wordt er weer geïnvesteerd in het materieel zodat de militair zich geen zorgen hoeft te maken over zijn/haar eigen veiligheid? Of maakt Rutte III de keuze dat de militair geen schijn van kans maakt in het hoogste geweldspectrum, omdat de tegenstander nieuwer en innovatiever materieel heeft? Rutte I en II heeft deze kans aan zich voorbij laten gaan. Wij roepen de formerende partijen en een nieuwe regering Rutte III dringend op wél te investeren in Defensie en te zorgen voor zodanige condities dat Nederland beschikt over een voor haar taak berekende krijgsmacht en te investeren in personeel en materieel!

En laat daarbij duidelijk zijn, zolang er geen goede cao voor het defensiepersoneel ligt blijven de gezamenlijke defensievakbonden doorgaan met acties.

MARVER Voorzitter Sven Schuitema is fors teleurgesteld: “Wederom wordt er door dit demissionaire kabinet niét geinvesteerd in personeel en materieel, terwijl het water op beide fronten aan de lippen staat. Er komt weliswaar een beetje geld bij voor de Koninklijke Marechaussee, maar dat was al lang bekend en is volstrekt onvoldoende. De grote loyaliteit van het defensiepersoneel, zie nu bijvoorbeeld weer hun inzet in Sint Maarten, wordt wederom niet beloond. Het Kabinet Rutte II laat dus opnieuw een belangrijke kans liggen om écht te investeren in defensie, het personeel en onze veiligheid, de veiligheid van iedereen”.

Meer over:
BVJ