16 oktober 2018

Sociale veiligheid Defensie ver beneden de maat

Op 15 oktober bracht de commissie Giebels haar rapport naar buiten naar aanleiding van een breed onderzoek naar de sociale veiligheid binnen Defensie. Hierin leverde de commissie harde kritiek. De MARVER voelt zich gesterkt met dit rapport omdat dit grotendeels onze eerdere kritiek bevestigd. Toch zijn er nog punten van zorg.

Dit rapport bevestigt opnieuw dat het slecht gesteld is met de sociale veiligheid van de defensiemedewerkers. Veranderingen zijn hoogst noodzakelijk om defensiemedewerkers een veilige werkomgeving te bieden. De aanbevelingen in dit rapport moeten snel worden opgepakt.

Wij maken ons wel grote zorgen of er binnen de Defensie voldoende expertise is om de noodzakelijke cultuuromslag mogelijk te maken. Bovendien laat het rapport ruimte voor interpretatie over hoe een onafhankelijk laagdrempelig meldpunt moet worden vormgegeven. Bij de manier waarvoor Defensie lijkt te kiezen zetten wij onze vraagtekens.

De ‘geschiedenis’
De commissie Giebels werd, mede onder druk van de MARVER en 2 andere centrales, ingesteld naar aanleiding van de vreselijke gebeurtenissen in Schaarsbergen. Wij stuurden staatssecretaris Visser op 7 november 2017 een brief waarin wij aandrongen op:

  • het afschaffen van ontgroeningen en inwijdingsrituelen;
  • het stopzetten van het laten tekenen van geheimhoudingsverklaringen;
  • een kwalitatief onderzoek naar mistoestanden binnen Defensie door een extern bureau;
  • een extern meldpunt en een externe onafhankelijke commissie waar slachtoffers en getuigen zich kunnen melden en gehoord worden.

Dat leidde tot het instellen van de onafhankelijke externe commissie Giebels die van december 2017 tot oktober 2018 onderzoek verrichtte en een onafhankelijk extern meldpunt openstelde.

Conclusies commissie Giebels snoeihard
De commissie geeft in een gedegen rapport weer wat er allemaal mis gaat bij Defensie. Er is een groot verschil tussen datgene wat bij Defensie op papier staat en de dagelijkse praktijk. De belangrijkste conclusies zijn:

  • De cultuur van Defensie heeft mooie kanten, een sterke loyaliteit en grote groepsbinding. Maar die cultuur heeft ook een nare keerzijde, grensoverschrijdend gedrag wordt onvoldoende aan de orde gesteld en als je je kritisch opstelt val je ‘buiten de groep’ en word je ‘afgestraft’.
  • er is sprake van een angstcultuur die er toe leidt dat er niet gemeld wordt. Je mond open doen en een klacht indienen leidt in veel situaties tot represailles en risico’s voor je verdere carrière.
  • Binnen Defensie bestaat er een wirwar aan mogelijkheden om te melden, commissies en regels. De kwaliteit van veel van de interne onderzoeken laat (zeer) te wensen over. Er is onvoldoende deskundigheid aanwezig en er wordt zeer onzorgvuldig met de vertrouwelijkheid omgesprongen. Zaken worden onvoldoende objectief opgepakt, dossiers zijn niet op orde en regels worden niet nageleefd.
  • Het registratiesysteem is niet op orde wat leidt tot onvolledige en onjuiste registratie van meldingen.
  • Meldingen worden lang niet altijd serieus genomen. Een veelgehoorde reactie is: “ach, het is toch maar een geintje”. Of er wordt door Defensie sterk gejuridificeerd.
  • Leidinggevenden herkennen en onderkennen absoluut onvoldoende hun rol met betrekking tot sociale veiligheid.
  • Begeleiding en nazorg laat fors te wensen over. Melders ervaren weinig tot geen steun bij de psychische last die een melding met zich mee kan brengen.
  • Defensie is geen lerende organisatie. Ondanks dat veel conclusies van de commissie niet nieuw zijn, leert Defensie niet van haar fouten.


De aanbevelingen van de commissie
De commissie beveelt aan voor een Defensiebrede aanpak te kiezen en zaken snel op te pakken. Daarbij moet aandacht zijn voor de volgende onderwerpen:

  • De organisatiecultuur. Hier ligt nadrukkelijk een opdracht voor leidinggevenden. Zij moeten in woord en daad een voorbeeldfunctie vervullen en zaken sneller oppakken. De commissie is van mening dat alle leidinggevenden over noodzakelijke competenties moeten beschikken. Er moet meer transparantie komen, er moet tegenspraak georganiseerd worden en sociale veiligheid moet een belangrijk thema worden. Defensie moet daarnaast een organisatie worden die van haar fouten leert.
  • Het meldsysteem en de procedures moeten veel eenvoudiger worden en het melden moet op één plek worden geconcentreerd.
  • Het FPS-systeem kent volgens de commissie vanuit het perspectief van sociale veiligheid veel nadelen en dient heroverwogen te worden. Voor medewerkers werkt het functieroulatiesysteem de angst om te melden in de hand omdat het je carrière kan schaden. En leidinggevenden willen daardoor geen kritiek op hun voorganger uiten.
  • Begeleiding en nazorg van betrokkenen behoeft (veel) meer aandacht. Een mensgerichte aanpak van de melding dient daarbij centraal te staan.
  • Oude slepende zaken moeten met een frisse blik (bijvoorbeeld door een nieuw ‘cold case’ team) bekeken worden. Daarbij moet de focus liggen op een oplossing en niet op ‘gelijk krijgen’.
  • Er moet een onafhankelijk laagdrempelig meldpunt komen, wat objectief met meldingen omgaat en beschikt over voldoende expertise.
  • En hier laat de commissie wat de MARVER betreft een forse kans liggen omdat zij in het midden laat of dat meldpunt in- of extern defensie moet komen.


Wat vindt de MARVER?
De MARVER voelt zich gesterkt door het rapport Giebels, omdat dit grotendeels (opnieuw) onze eerdere kritiek bevestigd. Twee zaken baren ons echter grote zorgen:

  1. Cultuurverandering is hoogst noodzakelijk, maar kost tijd en vraagt om expertise. Expertise die volgens ons onvoldoende aanwezig is binnen de defensieorganisatie. En is de wil er wel bij de leidinggevenden die een cruciale rol in dit proces moeten spelen? Dit is in de loop der jaren al het vierde rapport wat over sociale veiligheid verschijnt, de top van defensie heeft daar tot nu toe volstrekt onvoldoende lering uit getrokken. Het is wat de MARVER betreft ‘nu of nooit’. Als de minister en de staatssecretaris nú niet doorpakken op cultuurverandering heeft de MARVER er een hard hoofd in dat er daadwerkelijk wat verandert met betrekking tot de sociale veiligheid van de medewerkers.
  2. Het onafhankelijk laagdrempelig meldpunt. Hier laat de commissie wat de MARVER betreft een forse kans liggen omdat zij in het midden laat of dat meldpunt in- of extern Defensie moet komen. De staatssecretaris beoogt het meldpunt op te hangen aan het huidige COID. Het COID krijgt daarbij een onafhankelijker rol. Het COID krijgt daarnaast meer bevoegdheden, kan eigen onderzoek doen, wordt versterkt en geprofessionaliseerd en komt onder leiding van de SG te staan. Maar wat ons betreft zijn er bij de rol van het COID, hoewel die in het rapport van de commissie ‘een voldoende krijgt', op basis van ervaringen ook vraagtekens te stellen. Wij realiseren ons dat wanneer je de volledige meldprocedure buíten Defensie plaatst de kans dat de organisatie daadwerkelijk verandert gering is. Dan voelt niemand zich meer verantwoordelijk. Maar een mix van extern en intern dwingt om snelle stappen te zetten en haalt in ieder geval de schijn weg van ‘de slager die haar eigen vlees keurt’.


De MARVER zal alles in het werk stellen om alsnog voldoende aandacht voor deze twee punten te krijgen. Omdat dit perspectief biedt dat collega’s in de toekomst daadwerkelijk een sociaal veilige werkomgeving gaan ervaren!

De staatssecretaris nam het rapport van de commissie in ontvangst en gaf aan de conclusies een aanbevelingen te onderschrijven. Zij stuurde een brief aan de Tweede Kamer met een eerste reactie op het rapport.

Klik hier voor het volledige rapport van de commissie Giebels en de Tweede Kamerbrief van de Staatssecretaris.

 

Meer over:
GVW