Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor mij?
Als MARVER krijgen we veel vragen van leden over het nieuwe pensioenstelsel. We kunnen nog niet op alle vragen een duidelijk antwoord geven omdat de uitwerking van dit nieuwe pensioenstelsel nog tot 2026 gaat duren. Daarbij is het voor militairen van belang dat zij een eigen pensioenregeling hebben die afwijkt van de ABP-regeling voor burgers. Zodra de afspraken voor de burgerregeling gemaakt zijn, moeten de minister van Defensie en de defensiebonden de vertaling daarvan aan de eigen sectortafel maken. Hierbij hanteren wij altijd het principe ‘volgen tenzij’.
Een voorbeeld van bovengenoemde ‘tenzij’ is de garantie die deelnemers hebben die voor 1 juni 2001 pensioen in de militaire regeling hebben opgebouwd dat Defensie dit deel van hun pensioen afzonderlijk financiert en dat er op dat deel dus geen kortingen kunnen worden toegepast. Hieronder gaan we in de vorm van enkele vragen en antwoorden in op de veranderingen die de komende jaren zullen volgen. Maar voordat jullie die gaan lezen, is het goed om eerst even onderstaande animiatie van ABP over het nieuwe pensioenstelsel te bekijken.
1. Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor de premie die ik moet gaan betalen?
De premie zal in de toekomst minder vaak gaan veranderen. Sociale partners kunnen straks afspreken hoe hoog de premie-inleg wordt, met een maximum van 33%. Dit maximum-percentage kan afhankelijk van de rentes in de toekomst nog wel wijzigen, maar naar verwachting gebeurt dat niet jaarlijks. Dat betekent dus dat er voor langere tijd een vast premiebedrag kan worden afgesproken. Daardoor heb je in de toekomst dan geen jaarlijkse veranderingen en verrassingen meer op je loonstrook.
2. Wat is het belangrijkste effect van het nieuwe pensioenstelsel?
De manier waarop mensen werken, is in de afgelopen 20 jaar flink veranderd. De tijd dat mensen hun hele leven bij een werkgever werken is verleden tijd. En vaak zit er dan ook nog een periode tussen twee banen waarin mensen geen werk hebben of er zelf voor kiezen iets anders te doen. Ook Defensie kent nog steeds het FPS, waardoor militairen na een bepaalde periode weg moeten bij Defensie. Het pensioenstelsel sluit straks beter aan bij werknemers die van baan veranderen of die een tijdje als zzp’er werken. De premie-inleg leidt meteen tot rendement en wordt toegevoegd aan de eigen pensioenpot. Het is dus niet meer zo dat een deel van de premie van jongeren wordt besteed om de pensioenopbouw van ouderen te financieren.
3. Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor de hoogte van mijn pensioen?
In de nieuwe spelregels ontbreken de begrippen dekkingsgraad en rekenrente. Pensioenfondsen krijgen de ruimte om behaalde rendementen eerder te gebruiken om de koopkracht van de pensioenen op peil te houden. Daar staat tegenover dat (zwaar) tegenvallende rendementen ook eerder tot kortingen leiden. Dat is de andere kant van de medaille als je geen buffers aanhoudt. Als schokdemper is de nieuwe spelregel bedacht dat zowel verhogingen als verlagingen telkens in stukjes worden gehakt en over meerdere jaren worden uitgesmeerd. Hierdoor kunnen plussen en minnen elkaar dempen. Afgaande op berekeningen van het Centraal Planbureau en doorberekeningen van een aantal pensioenfondsen waaronder ABP zullen de nieuwe spelregels vaker tot verhogingen dan tot verlagingen leiden. Gecombineerd met het uitsmeren van beide ingrepen over meerdere jaren is dan een stijgende lijn te verwachten in de uitgekeerde bedragen.
4. Is dat allemaal niet heel erg onzeker en een groot risico op magere jaren?
De nieuwe spelregels zijn onder meer bedoeld om ongewenste verschillen tussen generaties te voorkomen. Alleen zo kan een op solidariteit gebaseerd werknemerspensioen blijven bestaan. Daarom hebben ook de bonden ingestemd met het loslaten van de schijnzekerheid van een ‘waardevaste’ aanspraak in ruil voor meer mogelijkheden om behaalde rendementen eerder te gebruiken. Op die manier kan de waarde van de individuele pensioenvermogens op peil blijven, indien nodig kan dat door een extra toebedeling aan bepaalde (leeftijds)groepen binnen de deelnemers. Voor deze ingrepen wordt een speciale solidariteitsreserve aangelegd. Afgesproken is dat daarvoor een deel van de pensioenpremies (maximaal tien procent) en van de beleggingsrendementen wordt gebruikt.
5. In het verleden had ik een toezegging over de hoogte van mijn pensioen. Hoe is dat straks?
Je kunt straks zien hoe groot je pensioenpot is én welk pensioen je in de toekomst kunt verwachten bij een normale, slechte of goede economische situatie. Zo heb je straks een realistisch inzicht in je pensioen. Realistischer dan nu het geval is. De pensioentoezegging die er nu is lijkt mooi, maar kan al jarenlang niet waar worden gemaakt doordat er door de huidige systematiek van de rekenrente en het geld dat pensioenfondsen daardoor in kas moeten houden niet kan worden geïndexeerd. Daardoor is dat dus een toezegging geworden waaraan niet kan worden voldaan. Dat leidt tot veel frustratie en een verlies aan vertrouwen in het pensioenstelsel. In het nieuwe stelsel zal de boodschap over je pensioen waarschijnlijk ook niet altijd positief zijn, maar weet je van tevoren wel veel beter waar je aan toe bent.
6. Gaan alle goede zaken uit het huidige pensioenstelsel overboord?
Nee, de waardevolle uitgangspunten uit het huidige pensioenstelsel blijven behouden. We blijven bijvoorbeeld samen sparen voor het pensioen, blijven samen beleggen maar ook de risico’s die aan het beleggen van ons geld zit samen delen. Daarmee kunnen pech en geluk generaties voorkomen worden (zie vraag 4). Zoals in de inleiding al toegelicht, gaan we straks voor de militaire regeling nog in overleg met de minister van Defensie. Daarbij zal de AFMP/MARVER zich er natuurlijk hard voor maken dat de goede elementen die nu in de militairspecifieke middelloonregeling zitten zoveel mogelijk behouden blijven. De garantie blijft staan dat het pensioen voor 2001 niet zal worden gekort.
7. Wat betekent het nieuwe pensioencontract voor de pensioenen in 2021?
Als onderdeel van de onderhandelingen is een overgangsperiode afgesproken dat fondsen de pensioenen in 2021 niet hoeven te verlagen als hun dekkingsgraad boven de 90 procent ligt. Eind mei was de dekkingsgraad van ABP 84,5 procent. De nieuwe dekkingsgraad is op 21 juli bekend. De dekkingsgraad laat de verhouding zien tussen het geld in kas en de pensioenen die daarvan moeten worden betaald. Op dit moment ligt de dekkingsgraad dus onder de 90 procent. Maar het meetmoment dat bepalend is voor wel of niet verlagen van jullie pensioenen ligt op 31 december van dit jaar. Dan pas wordt bekend of een verlaging voor 2021 nodig is. De keuze voor wel of niet verlagen van jullie pensioenen ligt uiteindelijk bij het bestuur van ABP. Dat kan altijd nog andere keuzes maken in het belang van de deelnemers.