14 juni 2016

FNV blijft bouwen aan een eerlijker pensioenstelsel

Op vrijdag 20 mei heeft de Sociaal-Economische Raad een onderzoeksrapport gepresenteerd over een vierde alternatief voor het Nederlandse pensioenstelsel: opbouw van een persoonlijk pensioenvermogen in combinatie met een collectieve risicodeling. De FNV – waarbij ook de Marechausseevereniging is aangesloten – gaat de komende tijd bekijken welke bouwstenen van de vier door de SER uitgewerkte varianten het meest geschikt zijn om ons huidige stelsel te verbeteren.

Nederland heeft een van de beste pensioenstelsels van de wereld, met zo’n 1.300 miljard in kas. Maar we weten ook dat de kwaliteit van de pensioenen die dit stelsel kan bieden onder druk staat. De toename van het aantal tijdelijke banen leidt er bijvoorbeeld toe dat steeds minder mensen een goed pensioen opbouwen. Ook zorgt de om politieke redenen (economie een impuls geven) laag gehouden rente op de kapitaalmarkt voor een aantasting van de pensioen(uitkerings)garanties.

Blijvende oplossingen
FNV-vicevoorzitter Gijs van Dijk: ‘Als we de huidige problemen blijvend willen oplossen, zijn afspraken over een stabieler en minder rentegevoelig pensioencontract keihard nodig. Maar net zo goed afspraken over echte banen, hogere lonen en betere tarieven.’

Toekomst pensioenstelsel
In oktober 2014 publiceerde de FNV een breed gedragen visie op de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel, onder de titel ‘Samen delen, een sterke keuze’. Mede op basis van deze inbreng kwam in de Sociaal-Economische Raad (SER) een gezamenlijk pensioenadvies van de werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen (namens de overheid) tot stand, getiteld ‘Toekomst Pensioenstelsel’. Daarin werd geen keuze gemaakt, maar een analyse van vier alternatieven voor het huidige pensioenstelsel.

Vervolgadvies
Op 20 februari 2015 werd het advies uitgebracht aan staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij had daarom gevraagd in het kader van de Nationale Pensioendialoog. In het rapport werd aangekondigd dat de SER dit voorjaar een vervolgadvies zou presenteren over het meest onbekende alternatief: de combinatie van persoonlijk pensioenvermogen en collectieve risicodeling. Dat rapport is op 20 mei uitgebracht.

Snel beginnen met verbeteren
Gijs van Dijk: ‘De komende tijd gaat de FNV (verder met) bestuderen welke pluspunten van de vier alternatieven die de SER heeft uitgewerkt te benutten zijn om ons pensioenstelsel te verbeteren – en op welke manier dat dan zou moeten. De FNV roept de pensioenfondsen en de werkgevers op die afweging ook te maken. Wij willen zo snel mogelijk tot afspraken komen om de rentegevoeligheid van de huidige regelingen te verminderen.’

FNV-piketpaaltjes
Wat zijn voor de FNV belangrijke uitgangspunten bij het ombouwen van het huidige pensioenstelsel naar een toekomstbestendige variant? Van Dijk: ‘Het mooie aan ons huidige stelsel is dat het én collectief is én individueel. Iedereen bouwt binnen een gezamenlijke regeling een eigen pensioen op. Zoals met alles geldt: het individu staat het stevigst in een collectief. Als persoon kom je pas goed tot je recht als je een basis hebt van vrienden, collega’s en familie die je steunen. Die combinatie zouden we dus moeten behouden.

Ook willen we de pensioenen overzichtelijker maken, zodat mensen eenvoudig kunnen zien wat ze opbouwen en wat ze later ongeveer voor uitkering kunnen verwachten. En er moeten redelijke regels komen voor een fatsoenlijke inflatiecorrectie van de pensioenen.’

-------------------------------------------------------------------------------------

SER-analyse: persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling

Deze variant behoudt de sterke punten van het huidige stelsel, zoals collectiviteit en het gezamenlijk delen van risico’s. Maar dat gebeurt dan wel binnen een pensioenregeling op basis van persoonlijk pensioenvermogen. Met zo’n regeling is het voor deelnemers op elk moment duidelijk hoeveel pensioen ze hebben opgebouwd. Ook kan een pensioenfonds het beleggingsbeleid (hoogte van het risico) beter laten aansluiten bij de leeftijd van de (individuele) deelnemers.

Samen delen van risico’s
Het delen van beleggingsrisico’s kan gerealiseerd worden door een collectieve buffer aan te leggen naast het persoonlijk pensioenvermogen. In goede tijden wordt de buffer gevuld: een deel van de beleggingsopbrengsten gaat dan niet naar het persoonlijke pensioenvermogen maar naar de buffer. Andersom: als de beleggingsrendementen laag zijn, kan het persoonlijk pensioenvermogen juist worden aangevuld vanuit de buffer. Het delen van beleggingsrisico’s via de buffer leidt tot stabielere en/of hogere pensioenuitkomsten. Doordat de buffer niet negatief mag zijn, kunnen risico's niet worden doorgeschoven naar volgende generaties.

Overgangsregeling
Bij de eventuele invoering van deze variant is sprake van een dubbele overgang. Het is dan nodig om de pensioenaanspraken uit de oude regeling om te zetten in pensioenvermogen binnen de nieuwe regeling én de nieuwe regeling gaat gepaard met afschaffing van de doorsneesystematiek. De nadelen van deze laatste maatregel voor bepaalde leeftijdsgroepen kunnen worden verzacht door gerichte compensatie, bijvoorbeeld een tijdelijke extra pensioenopbouw. Over de precieze invulling en financiering van zo’n overgangsregeling zijn bij eventuele invoering verdere afspraken nodig, ook tussen overheid en sociale partners.